Bakker Jan Nagelkerke wil centrale ijskeuken inrichten in Etten-Leur

Wie binnenstapt bij ijssalon Maddey’s ziet links de bakkerij en aan de rechterkant de ijssalon.

IJscoupes opmaken en uitserveren, is iets heel anders dan worstenbroodjes verkopen. Daarom kiezen ondernemers Jan en Sofie Nagelkerke uit Oudenbosch heel bewust voor schepijs en presenteren dat als shop-in-shop in hun desembakkerij in Halsteren. “We hebben geen apart horecapersoneel nodig en tegelijkertijd brede openingstijden voor de bakkerij.”

Foto's: Peter Roek

Een bevlogen bakker, een enthousiaste bakkersvrouw, acht kinderen, een bakkerij, een ijssalon en een chocolaterie. Samen zijn ze goed voor ruim tachtigduizend abonnees en honderdduizenden views op de YouTube-kanalen De Nagelkerkjes en Bakflix. “We zijn er een aparte BV voor begonnen”, vertellen Jan en Sofie Nagelkerke uit Oudenbosch, die met hun grote gezin landelijke bekendheid verwierven met hun deelname aan het TV-programma ‘Een Huis Vol’.

“Het is dit jaar een van onze betere BV’s! Door de stijgende grondstofprijzen en schrikbarende rekeningen voor gas en energie staan we momenteel iedere week duizenden broodjes haast voor niets te bakken. Dat we dan naast allerlei gratis spullen en uitnodigingen voor musicals en premières ook financieel iets overhouden aan onze dagelijkse vlogs, is een schrale troost.”

IJskeuken in Etten-Leur

De shop-in-shop van Maddey’s  in Halsteren blijft in de winter open. 

Erg optimistisch is Jan Nagelkerke dit najaar niet gestemd. “Ik heb nog steeds heel veel plezier in mijn werk, maar het plezier in ondernemen is momenteel wel verdwenen”, vertelt hij. “Ik ben constant prijzen aan het vergelijken om te zien of ik ergens voordeliger kan inkopen. Maar ik wil gewoon bakken!”

Door de torenhoge energierekeningen staat de verbouwing van een recent aangekocht bedrijfspand in Etten-Leur on hold. “Wij willen hier een professionele ijskeuken inrichten, zodat we nog meer mensen blij kunnen maken met ons ambachtelijke ijs. Momenteel draaien we het ijs voor onze ijssalon Maddey’s, met vestigingen in Oudenbosch, Roosendaal en Halsteren, in onze bakkerij in Oudenbosch”, vertellen Jan en Sofie.

Daar hebben ze nu wel de maximale capaciteit bereikt. “Wij willen ook cafetaria’s en andere bakkers of verkooppunten van ons ijs gaan voorzien en overwegen op termijn een franchiseformule voor Maddey’s. Om dat te kunnen realiseren, hebben we een grotere ijskeuken nodig. Die ruimte hebben we dus aangekocht, maar deze moet nog worden ingericht. Door alle onzekerheden en kosten van dit moment stellen we dat nu maar eventjes uit.”

Maddey’s

De ijsvitrine wordt voor de helft met ijs in kleinere bakken gevuld en daarnaast met ijstaarten en ijstulbanden.

Jan Nagelkerke neemt in 1998 de bakkerij in Oudenbosch over van zijn vader Pieter. In de loop der jaren is het bedrijf uitgebreid met een lunchroom en een chocolaterie en met een ijssalon, die de naam Maddey’s heeft gekregen. “We kozen voor de ijssalon een Amerikaanse uitstraling met veel roze en rood en lekkere grote banken”, vertelt Sofie. “Onze jongste dochter Madelief wordt door haar broers en zussen al vanaf haar geboorte Maddey genoemd en die naam vonden wij goed passen bij de uitstraling van onze ijssalon. Naast de vestiging bij de bakkerij in Oudenbosch hebben we ook een ijssalon in Roosendaal overgenomen en we zijn in onze desembakkerij in Halsteren een ijssalon als shop-in-shop begonnen. Drie heel verschillende bedrijven dus, met allemaal hun eigen kracht.”

IJssalon in desembakkerij

(© Peter Roek)

Jan Nagelkerke kiest bewust voor schepijs. 

In Roosendaal heeft het ondernemende echtpaar een bestaande ijssalon overgenomen, waar ook diverse zitplekken zijn. “Daarvan hebben we geleerd dat take-away beter bij ons past”, zeggen ze eensgezind. “Wellicht door onze ervaring in de bakkerij, waar de meeste mensen ook iets komen kopen en dan weer vertrekken. Het is bovendien heel lastig om horecapersoneel te krijgen en te behouden. We willen ons ijs als bedrijf wel verder uitrollen, maar dan niet meer met een locatie met zitplekken en ijscoupes.”

Daarom richt het stel in hun desembakkerij in Halsteren een deel van de zaak in als ijssalon. “Er zat hier voorheen een boekhandel, die we volledig hebben gestript. We hebben vriezers, koelingen, ovens en rijskasten geplaatst, zodat we hier een compleet zelfstandige desembakkerij hebben geopend. We kiezen er heel bewust voor om er geen busbrood te bakken. Wij hebben een concept neergezet, waarbij we om vijf uur ’s ochtends beginnen en dus veel minder nachturen maken. Groot voordeel is dat we hierdoor gemakkelijker personeel voor deze bakkerij kunnen vinden en dat het werk minder zwaar is geworden.”

Het pand van honderdtwintig vierkante meter heeft een brede pui met grote ramen aan de voorzijde. Links van de ingang is de bakkerij ingericht, rechts zit de ijssalon.

Shop-in-shop

De ijssalon is als shop-in-shop in de desembakkerij in Halsteren geïntegreerd.

Jan en Sofie zijn blij met hun shop-in-shop in Halsteren. “We hebben één centrale ingang en dat werkt ideaal: als mama brood komt halen, willen de kinderen een ijsje. En wie ’s avonds een ijsje komt eten, neemt een brood mee voor de volgende dag of pakt wat van onze bekende worstenbroodjes mee, die we altijd bij de kassa hebben liggen. We hebben in de bakkerij minder derving, doordat mensen in de zomer tot tien uur ’s avonds bij ons ook brood kunnen krijgen. En als er toch iets over lijkt te blijven, geven we klanten in de ijssalon soms ook een halfje brood mee om te proeven. Wellicht nemen ze het dan de volgende keer uit zichzelf mee.”

Voordelig is het feit dat er maar één slagroommachine of kassasysteem nodig is voor zowel bakkerij als ijssalon. En ook de kruisbestuiving tussen het personeel werkt ideaal. “In Halsteren hebben we geen horecapersoneel voor de ijssalon nodig. De jongens en meiden uit de bakkerij scheppen dat ijsje er gewoon bij. We kunnen dus veel makkelijker medewerkers vinden en als het slecht weer is, hebben zij nog steeds iets te doen. In de bakkerij is er namelijk altijd wel iets in te pakken, op te ruimen of schoon te maken. Is het juist heel mooi weer en druk bij het ijs, dan kunnen medewerkers uit de bakkerij daar bijspringen. Zowel in de zomer als in de winter werkt deze combinatie heel plezierig.”

Overwinteren

Er is maar één slagroommachine nodig voor zowel bakkerij als ijssalon.

In de winter blijft de ijssalon in Halsteren open. “We hebben besloten om de vestiging van Maddey’s in Roosendaal deze winter te sluiten, mede vanwege de energierekening. Maar in Halsteren blijven we open. We vullen de ijsvitrine voor de helft met ijs in kleinere bakken en presenteren daarnaast ijstaarten en ijstulbanden. Zo houden we het ijsconcept hier het hele jaar door levendig. We presenteren veel verschillende smaken, die vaak gebaseerd zijn op ons assortiment uit de bakkerij. We maken bijvoorbeeld ijs met bokkenpootjes, bolussen, speculaas, roze koeken, appeltaart en onze huisgemaakte breekchocolade. Die kruisbestuiving is perfect: we hebben als bakkers een brede grondstofkennis en kunnen relatief gemakkelijk een nieuwe smaak introduceren. Breuk uit de bakkerij kan in het ijs worden verwerkt.”

Overwinteren in Spanje

Worstenbroodjes blijken prima naast ijs verkoopbaar te zijn. Wie een ijsje komt halen, neem broodjes mee voor thuis.

Stiekem dromen Jan en Sofie ervan om over een jaar of tien in de winterperiode in hun huis in Spanje te gaan wonen en hun bedrijven aan hun kinderen over te laten. “Wij willen ons bedrijf nog verder uitbreiden, zodat al onze kinderen op termijn kunnen ondernemen als zij dat willen. Ook in Spanje zien we kansen voor ijssalons en in de zomerperiode kunnen wij de centrale ijskeuken runnen. Maar we zullen zien hoe het gaat. Voorheen waren we druk met onze toekomstvisie voor over vijf of tien jaar. Momenteel kunnen we als ondernemers nauwelijks twee maanden vooruitkijken. Dat vraagt om aanpassingsvermogen en flexibiliteit. Maar dromen blijven er natuurlijk altijd!”.