VAASSEN - Jan Rozeboom wordt in april 69 jaar oud. Maar aan stoppen denkt deze ijskarrenmaker nog lang niet. In de komende editie van vakblad IJs! een portret van deze ondernemer uit Vaassen, waarin hij terugblikt op 55 jaar ijs maken en ijskarren bouwen.
Rozeboom fabriceert ijskarren in diverse soorten en maten met een geïsoleerde polyester binnenbak en vrieselementen. Zoals de Grande, de Piccolo, de Cargobee (een gemotoriseerde bakfiets), de Bicicletta (bakfiets met drie versnellingen), de IJsfiets (met in plaats van een bakkersmand een ijsbak) en de Gelato Bar - niet echt een kar, maar een bak op poten met daaronder wieltjes.
Veel veranderd
De ijsbakken in de karren worden alle koud gehouden met koelelementen, die het ijs minimaal twaalf uur koud houden. “In 1960 was dat totaal anders, vertelt Rozeboom. “Toen gingen er drie lagen ruw ijs en drie lagen vrieszout in de kar. Het ijs moest je aanstampen met een stok. Onderweg ging dat ijs natuurlijk smelten en dat drukte de bak met ijs omhoog, ook omdat die bak door de verkoop van ijs steeds lichter werd. Dat water moest je er met een slang uitzuigen, dan had je je mond vol met zout water.”
IJskar als meerwaarde
De sfeervolle ijskarren bieden ijssalons veel meerwaarde, meent Rozeboom. “IJsbereiders kunnen zich ermee profileren op feestjes van klanten, bij sportverenigingen en op plaatselijke braderieën. Ze kunnen dan reclame maken voor hun zaak. Je moet er dan wel voor zorgen dat je herkenbaar bent. Daarom gebruik ik voor de ijskar de belettering en de kleuren die ook voor de ijssalon worden gebruikt. De schilderingen van de authentieke ijskarren worden door een kunstschilder gemaakt.”
Meer in vakblad IJs! nummer 29, verschijning 17 april.